Thuiskomen na een reis
De geur van stilstand
Ik stap mijn huis binnen. Twee weken potdicht gehouden ramen hebben de lucht verzwaard; een muffe geur hangt tussen muren en meubels. Koffers ploffen op de houten vloer, ritsen en handvatten laten korte, mechanische echo’s achter. Mijn jas geurt naar oosterse kruiden, een herinnering aan verre markten die het oude, vertrouwde huis binnendringt.
Misschien herken je het: dat eerste moment waarop het bekende vreemd voelt, en alles tegelijk vertrouwd en nieuw lijkt.
Wat bekend is, voelt vreemd
Mijn blik glijdt over de meubels. De stoel in de hoek lijkt minder uitnodigend dan ik gewend ben. Het huis ademt, maar alles voelt anders. De stilte draagt een melancholie, een zachte spanning tussen wat bekend is en wat nog niet is aangekomen; alsof het thuiskomen zelf tijd nodig heeft.
Wennen aan wat je kent
Mijn handen raken dingen die ik ken: de theedoek, stijf van eerdere wasbeurten; de lichtschakelaar, die een droog klikje geeft; de trapleuning, koel en ongewijzigd. Alles voelt anders, alsof het nog moet wennen aan mij zoals ik nog moet wennen aan het huis. Mijn huid draagt nog een andere temperatuur, een echo van zon, regen, berglucht en reisherinneringen. Alsof ik nog niet helemaal geland ben.
Een huis dat weer leert ademen
Een zachte symfonie vult het huis: het ronddraaien van de wasmachine, een ritmisch gebrom als een verborgen hartslag; het pruttelen van de koffiepot; een plank die kreunt onder mijn voet. Elk geluid vermengt zich met herinneringen aan bergen, markten, zeeën en zon, de wereld van onderweg die langzaam oplost in de geur van thuis.
De magie van het gewone
De houten vloer vertelt haar verhaal: koud waar de zon niet kwam, warm waar het licht heeft gestaan. Planken die eerder stil waren, fluisteren nu zacht bij elke stap. Mijn bed ademt linnen dat vertrouwd is, maar waarin nog iets van mijn afwezigheid hangt. Het gewone wordt buitengewoon; het alledaagse krijgt lagen die eerder niet zichtbaar waren.
Binnen en buiten worden één
In de keuken klinken kleine geluiden: een lade die langzaam uitschuift, een pan die zacht borrelt op het fornuis, het tikken van de klok. Buiten klinkt een auto, een vogel, een tak die tegen het raam klopt. Binnen en buiten, oud en nieuw, vertrouwd en vreemd; alles wordt één.
Een stille dans van werelden
Ik zet de koffiemok neer. Het geluid is klein maar geruststellend, de warmte van de mok verspreidt zich door mijn handen en om me heen. De wereld van reizen en de wereld van thuis ontmoeten elkaar in een stille dans. Geuren, geluiden, herinneringen; alles vermengt zich.
Misschien herken je dit gevoel: dat thuiskomen ook een beetje een reis is.
Het gewone wordt opmerkelijk
Tussen het draaien van de wasmachine, het zachte borrelen van koffie, het kraken van de planken, het tikken van de klok en het zuchten van het hout wordt het gewone opmerkelijk. Een traan vormt een beekje over mijn door de reis gekleurde wang.
Laat je meevoeren door mijn reisflarden, korte momenten die ademen en je meenemen naar plekken die je nog kunt voelen, ook wanneer je weer thuis bent.